Eerste 100 dagen
Context

Diverse deelnemende opleidingen, met name opleidingen waar uitval hoog is. Focus op de start van de opleiding (eerste 100 dagen).

Interventie

Palet aan activiteiten gericht op integratie van nieuwe mbo-studenten: toesting, binding, docententeam. Meer ingezet op sneller contact met slb'er, minder docenten waar ze mee in aanraking komen, betere band met docenten, sneller begrip van toetsprogramma, beperkt parallelle vakken in programmering, lokalen in een gebouw. 20 opleidingen met een hoge studentuitval hebben specifiek de start van hun opleiding geanalyseerd om inzicht te krijgen in sterke/zwakke punten en mogelijke verbeterrichtingen aan de hand waarvan ze de start van de opleiding hebben aangepast. Als een student de start goed doorkomt, is de kans op succes groter. Daarom palet aan activiteiten gericht op integratie van nieuwe studenten. Binnen het project De eerste 100 dagen is ervoor gekozen met de volgende, evidence based, studiesuccesfactoren te werken:

  1. Binding
    • Student-medewerker; minder docenten per student, kennismaking docenten en slb’er
    • Student-student; kennismaking voor de eerste week
    • Student-opleiding; lokalen in één gebouw
    • Student-beroepsinhoud; sneller, beter begrip van toetsprogramma
  2. Activerende en motiverende didactiek, gericht op
    • Autonomie
    • Competentie
    • Verbondenheid
  3. Programmering van onderwijs, toetsing en zelfstudie; sturen op sneller, beter begrip van toetsprogramma, beperken aantal parallelle vakken in programmering
  4. Teamwork van docenten
  5. Begeleiding door medewerkers en peers; snellere kennismaking met slb’er, kennismaking voor de eerste week voor groepsbinding
  6. Studievaardigheden

Mechanisme

De eerste honderd dagen blijkt een belangrijke periode voor studenten te zijn, aldus de initiatiefnemers. Uit onderzoek is gebleken dat de start van de opleiding cruciaal is voor een succesvolle studie op het hbo. Als een student de start goed doorkomt, is de kans op succes groter. Met name mbo’ers zijn vanuit mbo gewend aan meer contact met begeleider. Daarop ingezet. Doel is de student een zo optimaal mogelijke start te bieden voor betere integratie (nieuwe) studenten (met name mbo’ers) om zo onnodige uitval te voorkomen. Door de start van de opleiding kritisch onder de loep te nemen kan worden gezorgd dat de student zich vanaf het begin succesvol kan ontwikkelen in de hbo-opleiding. Studiesucces gaat daarbij niet meer alleen over rendementen (objectief studiesucces) maar ook over welzijn, motivatie, en het ontdekken en ontwikkelen van jezelf (subjectief studiesucces). Het betreft zowel de positieve ontwikkeling van de student zelf, als het succesvol doorlopen van het opleidingstraject. In het kort worden deze mechanismen beschreven:

    • Binding: Gevoel van ‘ik draag bij en ik doe ertoe’
    • Activerende en motiverende didactiek: Student is actief betrokken en is sociaal en academisch goed geïntegreerd
    • Programmering, toetsing en zelfstudie: In de eerste periode krijgen studenten vooral inzicht in of ze het beroep leuk vinden (urgentie). Pas daarna focus op kunnen.
    • Teamwork van docenten: Meer duidelijkheid voor studenten door gedeelde visie op leren en ontwikkelen binnen het docententeam
    • Begeleiding door medewerkers en peers: Studenten kunnen beter de weg vinden bij een opleiding door primaire en secundaire ondersteuning (ook ict e.d.)
    • Studievaardigheden: Studenten leren studiehouding en studievaardigheden, voor mbo’ers m.n. gericht op het lezen van (lange) teksten. Hierdoor groeit vertrouwen, motivatie en inzet.

Outcome

“In 2022 is een eind gekomen aan het project. Voor onderwijsvernieuwingen die nog gaan starten bij andere opleidingen, is besloten het analyse- en adviesinstrument (voorheen de RisicoMeter) een update te geven. Dit was wenselijk vanwege verschillende ontwikkelingen van de laatste jaren en de ervaringen die opgedaan zijn in het project. De belangrijkste ontwikkelingen daarvan hebben we in dit document verwerkt: Blended Learning, Flexibilisering van het onderwijs, oftewel Passende Leerroutes, andere vormen van toetsing, inclusief onderwijs, HILL (High Impact Learning that Lasts) en de vernieuwde HG-Onderwijskaders.” Volgens interviews met betrokkenen: studenten krijgen in het begin al zicht op het toekomstige beroepsbeeld en waarom de inhoud van de opleiding zinvol is om te leren. Studenten voelen zich meer thuis. Studenten heb het gevoel gehoord te worden. Studenten zijn actief betrokken en daardoor meer gemotiveerd. Studenten weten beter of ze het beroep leuk vinden en ervaren daardoor een hogere urgentie om erachter te komen of ze het ook kunnen. Studenten kunnen beter de weg vinden bij de opleiding (in brede zin).